Het plan houdt in:
Alle kunstenaars en culturele instellingen die op 1 januari 2020 (voor een deel van) hun inkomsten afhankelijk waren van recettes, doen opgave van de ontvangen recettes over 2019. Dat bedrag zal voor de komende vier jaar jaarlijks door de overheid gegarandeerd worden. Voorzover zij overheidssubsidie (centraal, provinciaal of gemeentelijk) hadden, behouden ze die dus voor dezelfde periode. Raad voor Cultuur en Fonds voor de Podiumkunsten trekken de onlangs gegeven adviezen in. Het Fonds krijgt een klein budget voor nieuwe initiatieven tussen 2021-2024. In diezelfde periode van vier jaar bedenkt de minister voorts samen met het veld een zinnige methode om het budget voor kunst en cultuur te verdelen. Intussen wordt het failliet van het culturele veld en enorm verlies aan werkgelegenheid voorkomen
al diegenen die verontrust zijn over de staat van de culturele sector ten gevolge van de corona-maatregelen, met name:
Beppie Blankert, Mette Bouhuys, Monica Germino, Annemieke Gerritsma, Floris Guntenaar, Ulli Jessurun d’Oliveira, Fouad Laroui, Nicolaas Matsier, Guus Mostart, Ellen Ombre, Jan Wouter van Reijen, Wouter Snip